Bot
De bot behoort tot de familie van de schollen. Deze familie behoort weer tot de orde van de platvissen: vissen die letterlijk plat (horizontaal) zwemmen over de bodem van de zee. Dankzij de schutkleur kunt je ‘m vaak amper van de bodem onderscheiden.
Platvissen zijn meestal echte zeevissen. De bot is de enige platvis die ook in zoet water kan overleven. Vooral de jonge bot zwemt honderden kilometers landinwaarts. Hij wordt regelmatig gevangen in Duitsland en België. Maar over het algemeen voelt de bot zich het meest thuis in ondiepe kustwateren en riviermondingen. In Nederland zwemt de vis vooral in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren en in het waddengebied. Om zich voort te planten, zwemt de bot naar zee. Hij trekt echter niet heel ver de open zee op. De diepte tot waarop bot voorkomt ligt rond de 55 meter.
Volksnaam
Lovertje of but.
Voedsel
Op het menu van de bot staan kleine kreeftachtigen, wormen, en schelpdieren
Uiterlijk
Het lichaam van de bot is afgeplat. Het is bol aan de bovenzijde, maar plat op de onderzijde. De ogen steken een beetje boven het lichaam uit, zodat de vis toch nog kan zien wanneer hij is ingegraven. De bot heeft een matbruine tot groenbruine bovenkant met roodoranje vlekjes. De onderkant van de vis is vuilwit.
Na twee tot drie jaar worden de mannetjes geslachtsrijp, bij een lengte van 20 tot 25 centimeter. De vrouwtjes doen er wat langer over. Zij worden na 3 tot 4 jaar geslachtsrijp, bij een lengte van 25 tot 30 centimeter. De bot kan ongeveer 50 centimeter lang worden.
Foto: Jelger Herder
De reis van de bot
De bot trekt voor zijn voorplanting naar de zee. De paai vindt een eindje uit de kust plaats, op een diepte van 20 tot 50 meter. Het vrouwtje legt ontzettend veel eitjes: wel 400.000 tot 2 miljoen! Deze eitjes zweven in het water en komen na ongeveer twee weken uit. De getijdestromen voeren het larfje vervolgens naar de kustwateren. Daar zal het hij opgroeien tot jonge bot. Een deel van de jonge botten trekt de rivieren op om een aantal jaren daarna weer terug te keren naar zee. De bot wordt als ‘normale’ recht zwemmende vis geboren. Tijdens de ontwikkeling van larfje tot jonge bot wordt het lichaam steeds meer platgedrukt. De rechterkant van de larve wordt nu de bovenkant, de linkerkant de onderkant. In zeldzame gevallen gebeurd dit ook wel eens andersom.
Bekijk hier een filmpje over de transformatie van larve tot platvis:
Ross en Diana Armstrong, National Geographic
Bijzonder
De bot is een indicator voor verontreiniging. Aan de hand van stoffen in de bot (die stoffen heten biomarkers) kan nagegaan worden welke schadelijke stoffen in het milieu aanwezig zijn en welk effect die hebben op levende dieren. Platvissen maken namelijk een bepaald stofje aan als ze in aanraking komen met giffen. Als er een hoge activiteit van dit stofje wordt gemeten bij de platvissen, is het tijd om de bodem ter plekken verder te onderzoeken. Op deze manier werd bijvoorbeeld ontdekt dat aandoeningen die men bij de bot toeschreef aan PCB’s eigenlijk werd veroorzaakt door andere giftige stoffen in het bodemslip. Ook worden er vaak huidzweren gezien bij de bot. Uit onderzoek blijkt dat deze zweren niet worden veroorzaakt door de giftige stoffen, maar eerder door beschadigingen als het gevolg van stress. Deze stress wordt veroorzaakt door de onnatuurlijk snelle overgangen tussen zoet en zout water. Dit komt bijvoorbeeld door het afsluiten van zeearmen door dammen en dijken. De bot heeft tijd nog om zich aan te passen aan het zoet of zoute water en verblijft daarom graag voor een langere tijd in brak water.
Ongestoord trekken
Door de aanleg van de Afsluitdijk en andere dijken, dammen en stuwen kan de bot niet meer ongestoord de zeearmen op trekken. Door zijn lage zwemsnelheid is het voor de bot bijna onmogelijk om tegen de sterkte stroming in te zwemmen. Ook de overgang tussen zoet en zout water is momenteel te abrupt. De Vismigratierivier kan voor deze problemen een oplossing bieden. De stroomsnelheid kan namelijk worden vertraagd, zodat de bot en larfjes met het getij mee kunnen zwemmen. Daarnaast is er een geleidelijke overgang gecreëerd tussen het zoete en zoute water, zodat de vissen zich kunnen aanpassen aan de wisselende omstandigheden.
Zie hier nog mooie onderwaterbeelden van de bot (of flounder, zoals de vis in het Engels wordt genoemd!)
Verder lezen:
>> Deze vissen worden blij van de Vismigratierivier
>> Daarom hebben we een Vismigratierivier nodig
>> Zo werkt de Vismigratierivier
>> De 5 belangrijkste kenmerken van de Vismigratierivier
>> Vismigratierivier beleven