Liefde op het wad
De bergeend, woningkraker van het waddengebied
Woningkrakers en bergeenden? Wat hebben die nou met elkaar gemeen? Nou, dat is heel simpel. Beide betrekken zonder toestemming de woning van een ander. In de stad zijn het leegstaande panden en in de duinen verlaten konijnenholen.
Konijnenhol
Geef de bergeend eens ongelijk, want een verlaten konijnenhol is de beste schuilplaats voor het broedende vrouwtje. Ruben Smit heeft dat prachtig in beeld gebracht in zijn film WAD. De bergeend bekleed zijn nest met eigen dons. Hier kan zij ongezien 28 dagen lang haar tien eieren uitbroeden. Ongezien is belangrijk, want het verenkleed is van een opvallende kleurenpracht: wit en zwart met een roodbruine band om de borst; de vleugels wit, uitlopend in zwarte uiteinden. De nek is groenachtig van kleur en de snavel lichtgevend rood. Het mannetje onderscheidt zich van het vrouwtje door een rode knobbel op zijn neus.
Slikhapjes
Voor hun eten zijn bergeenden afhankelijk van voedselrijk slik. Op het menu staan kleine schelpdieren en slakjes, garnalen en andere kreeftachtigen, wormen, insecten en larven, zaden en ander plantaardig materiaal. Als het wad droogvalt is het een feestmaal voor de bergeend.
Crèche met pulletjes
Zodra de kuikens uit het ei zijn gekropen, gaan ze met de ouders naar het water. Daar komen ze onder toezicht van enkele oudere vogels, met tientallen bij elkaar in crèche. De ouders zelf vertrekken onmiddellijk naar het open zoute water van de Waddenzee om veilig te kunnen ruien. Lange tijd kwam de hele West-Europese populatie in de Duitse Bocht bijeen, maar sinds enkele decennia verblijft ook een deel in onze Waddenzee, zoals voor de kust bij Harlingen. Zijn de winters erg koud dan trekken de bergeenden naar Engeland en Frankrijk om in het voorjaar weer naar hun broedgebieden terug te gaan.
Tadorna tadorna
De bergeend is een oer-Hollandse, maar exotisch ogende watervogel die al eeuwenlang de Nederlandse kust bewoond. Dat weten we bijvoorbeeld van een 17de-eeuws schilderij van Melchior d’Hondecoeter.
Meer lezen en zien?
Maar waarom heet een vogel die voornamelijk aan de kust voorkomt bergeend? Is die grote bergeend eigenlijk wel een eend? De Duitsers noemen hem toch niet voor niets ‘gans’? Wie gaf het dier zijn wonderlijke Latijnse naam Tadorna tadorna? Dit zijn allemaal vragen waar in het boek ‘De Bergeend’ antwoord op wordt gegeven. Albert Beintema schrijft, net als in zijn bekroonde monografie over de grutto, vol liefde over de bergeend over een voor Nederland iconische watervogel.