De ritmiek van de waddeneilanden
Door Maria van Leeuwe
De waddeneilanden zijn min of meer druppelvormig. Breed in het (zuid)westen, taps toelopend naar het (noord)oosten. Deze vorm wordt veroorzaakt door de getijdestromingen. Vanaf de kust van Noord-Holland wordt sediment langs de Waddenzee gevoerd en afgezet voor de kust van de eilanden op de buitengaats gelegen zandbanken. Deze banken hopen langzaam op en ontwikkelen zich tot grote zandplaten, zandplaten die na verloop van tijd vastgroeien aan de kop van de eilanden.
Aangroei en afkalving
De grootste zandplaat is momenteel de Razende Bol (ook wel Noorderhaaks geheten), de plaat ligt voor het zeegat tussen Den Helder en Texel. De Razende Bol groeit hard. In de jaren tachtig liep de plaat nog bij hoogwater onder. Nu ligt zij permanent droog en ontwikkelen zich er zelfs kleine duintjes. De zandplaat zal waarschijnlijk binnen 50 jaar tegen Texel oplopen.Aan de westpunt van Ameland is de zandplaat die zich buitengaats had ontwikkeld, recent aangegroeid. Deze voormalige plaat, het Bornrif, strekt zich nu uit als een enorme landtong voor de noordzeekust van het eiland. In haar luwte heeft zich een lagune gevormd waar alle verschillende stadia van kwelderontwikkeling zijn waar te nemen. Na verloop van tijd zal deze lagune verder verlanden en versmelten met de duinen.
De ontwikkelingen aan de westkust van Ameland hebben ook invloed op het buureiland Terschelling. De bewegingen van het Bornrif gingen gepaard met veranderingen in het geulenstelsel in het Amelander zeegat. Hierdoor is de ebstroom onder Terschelling langzaam naar het noorden opgeschoven en heeft zij in de afgelopen twintig jaar een flink stuk van de eilandstaart, de Boschplaat afgeknabbeld.
Cyclisch patroon
De veranderingen aan de eilandkoppen en -staarten hebben een cyclisch patroon. Nu het Bornrif aan Ameland is vastgegroeid, zal zich buitengaats langzaam maar zeker een nieuwe zandplaat ontwikkelen. Ook deze zal te zijner tijd weer met het eiland vergroeien. Tegelijkertijd neemt dan de erosie van de Terschellinger Boschplaat af zodat deze weer aan kan groeien. Ieder eiland heeft een eigen cyclus en tijdspad. In het Amelander gat heeft dit patroon bijvoorbeeld een doorloop van zo’n 50 tot 60 jaar, bij Schiermonnikoog landen de platen aan met een cyclus van ongeveer 20 jaar.De eilandkusten staan steeds meer onder druk door zeespiegelstijging en zwaardere stormen. Zandsuppleties moeten voorkomen dat de eilanden verdrinken. Vanuit duurzaam kustbeheer zou ruimte gelaten moeten worden aan de natuurlijke dynamiek; afslag en aanwas van de kust horen bij het waddensysteem.
Bronnen
KF Cheung, F Gerritsen & J Cleveringa (2006) Journal of Coastal Research 23(1): 106-118M Löffler, CC de Leeuw, C.C., EJ Lammerts & AP Grootjans (2008) Eilanden natuurlijk. Uitgave Het Tij Geleerd.
Artikel WadWeten
In de serie WadWeten artikelen wordt het waddengebied beschreven vanuit verschillende onderzoeksdisciplines, zoals de biologie, geologie en cultuurhistorie. Een wetenschappelijke benadering in heldere taal. De berichten worden beurtelings geschreven door wetenschappers van de Waddenacademie en de Waddenvereniging. Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan in voor het maandelijkse WADDEN nieuws of houdt deze pagina regelmatig in de gaten.
In 2010 werden een aantal WadWeten artikelen gebundeld in het boekje Waddenwijsheid (ISBN 9789087410230).
Begin 2015 kwam er een vervolg: Meer Waddenwijsheid (ISBN 9789087410322). Het rijk geïllustreerde boek geeft antwoorden op vragen als: welke beestjes krioelen er in het zand, welke wadvogels werden gegeten in de terpentijd, hoe oud wordt een zwaardschede, welke stormen zijn gevaarlijk voor de Wadden.