Wateropzet aan de waddenkust
Door Maria van Leeuwe
De komende decennia zal door klimaatverandering niet alleen de zeespiegel stijgen; ook de circulatiepatronen in de atmosfeer worden beïnvloed. Naar verwachting zal de wind gemiddeld genomen in kracht toenemen. Wanneer wind en getij gezamenlijk het water een bepaalde richting opstuwen, kunnen in de toekomst risico’s voor de kustveiligheid ontstaan.
Watersnoodramp in 1953
Risico’s voor een watersnoodramp zijn het grootst wanneer, door een samenloop van extreme omstandigheden, de zee hoog oploopt tegen de kust. In Zeeland braken in 1953 de dijken gedurende een zware noordwesterstorm. Echter, nog voor de storm de kust bereikt had, stond het water al gevaarlijk hoog aan de dijk; de zee was tegen de dijk opgestuwd door aanhoudende westenwinden en een hoge waterstand gekoppeld aan springtij.Toename in stormvloeden
Met behulp van computermodellen probeert men de veranderingen in de waterstanden te voorspellen. Door sterke regionale verschillen in winddynamiek en kustmorfologie hebben deze modellen nog steeds een beperkte nauwkeurigheid. Alle modellen geven echter aan dat in de komende decennia op diverse plaatsen langs de Europese kusten van de Noordzee vaker extreem hoog water zal optreden. Dit is in het bijzonder het geval in Denemarken en de Duitse bocht. Ook de Nederlandse waddenkust zal vaker geconfronteerd worden met zeer hoge waterstanden, al zullen daar de gevolgen van klimaatverandering minder uitgesproken zijn dan in Duitsland.Modellen voorspellen dat Noord-Nederland tegen het eind van de eeuw circa tweemaal per jaar te maken zal krijgen met sterke opstuwing (zogenaamde verhoogde “wateropzet”). Onder invloed van de wind kan de zee wel met circa twee tot drie meter extra opkomen; het water staat dan letterlijk tot aan de rand van de dijk. Een toename in het aantal stormen, samen met de zeespiegelstijging, betekent een serieuze bedreiging voor de kustveiligheid. In de zuidelijke Noordzee zal overigens vooral de wind uit zuidwestelijke richting aantrekken, wat dankzij de noord-zuid oriëntatie van de kust geen gevaar oplevert voor Zeeland en Holland.
Ruimte voor de kust
Ons Nederland kent een lange geschiedenis van kustverdediging. De watersnoodramp in 1953 heeft geleid tot het Deltaplan, dat afgelopen augustus, met het voltooien van een waterkering in Harlingen, tot een afronding is gekomen. Inmiddels is er een nieuw programma opgestart ten behoeve van de kustveiligheid, het zogenaamde Deltaprogramma. Waar het Deltaplan zich focuste op versterking van de dijken, zal het Deltaprogramma een meer integrale benadering volgen. Naast verzwaring van zeedijken zijn het verbreden van de dijkzone en het zoeken naar ruimte in de kustzone belangrijke alternatieven.Bron:
K. Woth, R. Weisse & H. von Storch (2006) Ocean Dynamics 56: 3-15A. Sterl, H. van den Brink, H. De Vries, R. Haarsma & E. Van Meijgaard (2009) Ocean Science 5: 369-378
Artikel WadWeten
In de serie WadWeten artikelen wordt het waddengebied beschreven vanuit verschillende onderzoeksdisciplines, zoals de biologie, geologie en cultuurhistorie. Een wetenschappelijke benadering in heldere taal. De berichten worden beurtelings geschreven door wetenschappers van de Waddenacademie en de Waddenvereniging. Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan in voor het maandelijkse WADDEN nieuws of houdt deze pagina regelmatig in de gaten.
In 2010 werden een aantal WadWeten artikelen gebundeld in het boekje Waddenwijsheid (ISBN 9789087410230).
Begin 2015 kwam er een vervolg: Meer Waddenwijsheid (ISBN 9789087410322). Het rijk geïllustreerde boek geeft antwoorden op vragen als: welke beestjes krioelen er in het zand, welke wadvogels werden gegeten in de terpentijd, hoe oud wordt een zwaardschede, welke stormen zijn gevaarlijk voor de Wadden.